Promovenda Eline van Dulm doet onderzoek naar de communicatie onder zorgverleners bij CPE-positieve patiënten 

Geplaatst op: 9 januari 2020

Onderzoek onder zorgverleners van CPE-patiënten
Eline van Dulm is promovenda bij de afdeling Infectieziekten van de GGD Amsterdam. Zij heeft in 2018/2019 onderzoek gedaan naar de communicatie door zorgverleners bij een transfer van een CPE-positieve patiënt tussen zorgverleners en zorginstellingen in onze regio. CPE (carbapenem-producerende Enterobacteriaceae) worden gerekend tot de Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Sinds 1 juli 2019 is er een meldplicht voor CPE, omdat dragerschap en/of infectie een belangrijke dreiging vormt voor de volksgezondheid. De behandelmogelijkheden van infecties veroorzaakt door CPE zijn namelijk beperkt. In Nederland komen infecties en dragerschap met de CPE gelukkig nog weinig voor, maar in andere landen is een duidelijke toename te zien.

Circa 2 CPE-patiënten per 100.000 inwoners
In Noord-Holland en Flevoland zijn er tussen februari 2018 en februari 2019 64 patiënten met een carbapenem-producerende bacterie gemeld: 50 CPE-positief, 10 CRA-positief (carbapenem-resistente Acinetobacter) en 4 CRP-positief (carbapenem-resistente P. aeruginosa). Dat wil zeggen zo’n 2 gevallen per 100.00 inwoners van onze regio. Bij de meeste patiënten betrof het de CPE Citrobacter freundii (36%). Dat hing samen met een uitbraak van deze bacterie. Verder kwamen Escherichia coli (17%) en Klebsiella pneumoniae (16%) frequent voor.

Kwalitatieve interviews met 20 zorgverleners
Onderzoeksverpleegkundigen hebben de zorgverleners van 9 patiënten geïnterviewd. Deze 20 zorgverleners hadden een diverse achtergrond, bijvoorbeeld verpleegkundige, huisarts of fysiotherapeut. In de interviews kwam de uitwisseling van informatie bij de transfer van patiënten tussen zorgverleners en zorginstellingen aan bod. Ook ging de onderzoeksverpleegkundige in op infectiepreventiemaatregelen en op de kennis en opvattingen van de zorgverlener over CPE. Eline: “Meest interessant aan ons onderzoek vond ik dat we de visie van zo’n diverse groep zorgverleners op dit thema hoorden.”

Weinig kennis en ervaring met CPE
De zorgverleners gaven aan weinig ervaring te hebben met CPE-positieve patiënten. Ook hadden zij veelal weinig kennis over CPE. De informatie over een CPE-positieve patiënt werd meestal tijdig gedeeld bij de transfer van een patiënt, echter zonder dat daarvoor een gestandaardiseerde methode was. Zorgverleners waren gemotiveerder om zich aan de gestelde infectiepreventiemaatregelen te houden naarmate zij zich meer verantwoordelijk voelden voor de gezondheid van andere patiënten, voor de eigen gezondheid en voor die van collega’s.

Thuiszorgverpleegkundige: “Collega’s die ziek zijn of een kwetsbare gezondheid hebben, en we hebben een zwangere collega, zij worden zeker niet ingezet in de zorg voor CPE-positieve patiënten.”

Het niet erkennen van de relevantie van de infectiepreventiemaatregelen, en verwarring of onbegrip over deze maatregelen zorgden voor een lagere motivatie om zich aan de maatregelen te houden. Zorgverleners uit ziekenhuizen hadden meer ervaring met CPE en de bijbehorende infectiepreventiemaatregelen dan zorgverleners uit de thuiszorg, revalidatiecentra of verpleeghuizen.

Ziekenhuisarts: “Ik denk dat het ziekenhuis een helder beleid heeft. Maar wat gebeurt er als de patiënt wordt ontslagen… Ja, dan ben je benieuwd: wat gebeurt er dan?”

Verbeteren communicatie bij CPE
Op verschillende manieren kan de communicatie tussen zorgverleners verbeterd worden. Dit verkleint het risico op verspreiding van CPE. Aanbevelingen zijn bijvoorbeeld het standaardiseren van de methode van het delen van informatie over CPE-positieve patiënten, het implementeren van transmurale werkafspraken, het verhogen van CPE kennis en procedures over CPE onder zorgverleners, het aanstellen van één of meerdere werknemers met CPE als aandachtsveld binnen een zorginstelling en het lanceren van een nationale website over CPE voor zowel zorgverleners als patiënten.

Meer informatie?
Meer informatie over het onderzoek kunt u hier vinden. Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met Eline van Dulm (e-mail: evdulm@ggd.amsterdam.nl).

< nieuwsoverzicht

Neem contact met ons op